Enkele tientallen jaren geleden behoorde tot het repertoire van de moderne kerkzang het lied ‘Wij zijn samen onderweg’. De gelovige mens is altijd onderweg. Het klinkt als een gevleugelde uitspraak. Als een wijsheid waar niet aan te tornen valt. In het leven en in het geloof kun je jezelf nooit als ‘gearriveerd’ beschouwen.
Je blijft zoeken en groeien, je leven lang
Toch roept dat beeld soms wrevel op. Niemand wil zijn leven lang onderweg zijn zonder ooit thuis te komen. De Vliegende Hollander bleef eeuwig reizen omdat hij vervloekt was, niet uit vrije verkiezing. Hetzelfde gold voor Ahasverus, de wandelende jood. Veel dingen doen we onderweg: bij onszelf de moed erin houden, bijpraten met onze volwassen kinderen, van gedachten wisselen met vrienden, een buurtfeest organiseren… We zijn stilaan veel meer onderweg dan ons lief is. Wanneer zullen we nog eens thuiskomen? Met zijn allen bij elkaar in eenzelfde ruimte kunnen zitten?
Samen het brood breken
Ook geloven doe je onderweg. Maar dan eerder in de betekenis van ‘tussendoor’. Zoals we alle belangrijke dingen in het leven onderweg en tussendoor doen: van iemand houden, voor iemand zorgen, je idealen delen. Je gaat er zelden echt voor zitten om dat eens een halve dag aan een stuk waar te maken. Het gebeurt allemaal onderweg, tussen het afruimen van de tafel en het strikken van de schoenveters, tussen het luisteren naar het zoveelste oude verhaal van de buurvrouw en het klagen van de tienerdochter, tussen het ontmoedigende klimaatnieuws en de vlotte praatjes van mensen die moedwillig een goed initiatief saboteren uit eigenbelang.
[…]
Lees meer in KERK & leven van 20 juli 2022 (let op! parochieblad is voor drie weken)