De heiligen Augustinus en Monica

In augustus reserveert de liturgische kalender jaarlijks de 27e voor de heilige Monica en de 28e voor haar zoon, Sint-Augustinus. Wanneer Monica in 332 geboren werd in Thagaste (nu: Souk Ahras in Algerije), behoorde het plaatsje reeds meer dan 300 jaar tot het Romeinse rijk. Met de Romeinen kwam ook het christendom naar Noord-Afrika. Ondanks vervolgingen vormde er zich een sterke christelijke gemeenschap. Dank zij de decreten die Constantijn de grote (306-337) en Licinius (308-324) in 313 uitvaardigden genoot het christendom bij de geboorte van Monica al enkele decennia volledige vrijheid. Monica stamde uit een familie die sinds generaties gekozen had voor het christelijk geloof en zijzelf was een vurige christen. Toch huwde ze met een heiden, een man die 20 jaar ouder was dan zij, een man met een moeilijk karakter. Het huwelijk hield stand door de verdraagzaamheid en de zachtheid van Monica. Haar man bekeerde zich uiteindelijk en liet zich kort voor zijn dood dopen. Het echtpaar kreeg drie kinderen: Augustinus, Navigius en een meisje waarvan men de naam nooit heeft kunnen achterhalen. Monica gaf hen alle drie een gedegen christelijke opvoeding. Dat zij haar kinderen niet liet dopen hoeft ons niet te verwonderen. In die tijd liet men enkel volwassenen toe tot dit sacrament.

De jonge Augustinus

Dankzij financiële inspanningen van zijn ouders kon Augustinus grammatica en retorica (welsprekendheid) studeren en met de steun van vrienden en verwanten zijn opleiding voltooien te Carthago. Daar leerde hij een meisje kennen dat hem een zoon schonk: Adeodatus. Onder invloed van de door de hogeschool verplichte lectuur van Cicero’s “Hortensius” ontwaakte in de jonge Augustinus de zoeker naar de onvergankelijke waarheid. Omdat “Hortensius” geen gewag maakt van Christus nam Augustinus de Bijbel ter hand, maar het onvolmaakte Latijn van de Bijbelvertaling en de verhalen over oorlogen en dynastieke kwesties in het oude testament ontgoochelden hem. Leraar retorica geworden te Carthago sloot Augustinus zich aan bij de manicheeërs die in Noord-Afrika goed vertegenwoordigd waren. Zij volgden de leer van Mani (216-272), een mengeling van christelijke, boeddhistische en Perzische elementen, met een strenge moraal voor de uitverkorenen en een veel lossere moraal voor de gewone leden. Augustinus voelde zich aangetrokken door het manicheïsme omdat het een rationele godsdienst leek te zijn, die hem niet verplichtte te breken met de vrouw die hij liefhad. Bovendien bevonden zich onder de manicheeërs tal van invloedrijke personen die zijn carrière een duw in de goede richting konden geven. Dank zij hun steun kon Augustinus een plaats bemachtigen als docent in Rome en door de aanbeveling van de prefect van Rome, werd Augustinus te Milaan hoogleraar retorica en officiële redenaar van het hof van de westerse keizer die in Milaan resideerde nadat Diocletianus in 293 het Romeinse rijk gesplitst had in een oostelijk en westelijk deel.

[…]

Lees meer in KERK & leven van 24 augustus 2022

p. Dirk Van Kerchove