Bedevaarten en bedevaarders in de kapel van de Oudenberg

De kapel van Onze Lieve Vrouw van de Oudenberg is een van de hooggelegen plaatsen van Mariaverering in de Vlaamse Ardennen. Gelegen op de top boven de stad Geraardsbergen trekt ze dagelijks pelgrims naar de voeten van het beeldje van Onze Lieve Vrouw van Altijddurende Bijstand dat er wordt vereerd.

Een beetje geschiedenis

De geschiedenis van deze kapel begint in de 13e eeuw. Volgens een verkoopakte uit 1294 was ze eigendom van een zekere Jan Tant, maar ze werd verschillende keren verbouwd en uitgebreid tot 1906, toen de huidige kapel werd gebouwd. Tijdens de Franse Revolutie (1789) riskeerde de kapel volledig verwoest te worden. Maar ze werd verkocht als “nationaal bezit”. Na in verschillende handen te zijn overgegaan, werd ze gekocht door de heer Ghislain Van Crombrugghe, vader van Constant Guillaume Van Crombrugghe, stichter van de Jozefieten, die haar schonk aan de Jozefieten om de verering van de Maagd Maria te bestendigen.

Het beeldje van de Maagd van de Oudenberg heeft zijn eigen geschiedenis. Het hout waarvan het is gemaakt is afkomstig van een oude eik uit de streek van Péruwelz in Wallonië. De heer Martin Lebrun, pastoor van Péruwelz, liet het maken en bracht het over naar de kapel in 1648, toen hij zelf abt werd van de abdij van St. Adriaan. De inwoners van Geraardsbergen hadden het zorgvuldig verborgen tijdens de Franse Revolutie en pas in 1807, toen de revolutionaire storm voorbij was, werd het teruggebracht naar de kapel, boven het altaar, waar een inscriptie in het Latijn boven het beeldje de vreugde van de Maagd uitdrukt om opnieuw te worden aangeboden aan de devotie van de gelovigen: “transLatIone DILUCesCaM”, “Ik verheug me over de overbrenging”. In dit chronogram staan de hoofdletters voor de Romeinse cijfers die overeenkomen met de Arabische cijfers van het jaar 1807.

Wie zijn de pelgrims van de kapel van de Oudenberg?

De kapel van de Oudenberg is niet te vergelijken met de grote mariale heiligdommen van het land, zoals Scherpenheuvel en Oostakker in Vlaanderen, of Banneux en Beauraing in Wallonië, die imposanter zijn en grote massa’s pelgrims trekken. Het is echter een bedevaartsoord dat zeer gewaardeerd wordt door de inwoners van de stad en de omgeving, die hier op alle uren van de dag komen, op weekdagen of zondagen, in de zomer of in de winter. De meest regelmatige bezoekers zijn zij die de dagelijkse eucharistieviering bijwonen, in de week om 7.30 uur of op zondag om 7.00 uur. Af en toe komen er bezoekers en toeristen langs, die de barokke architectuur van het gebouw en de gebrandschilderde ramen in het gewelf bewonderen. Anderen brengen lange minuten door in stil gebed alvorens een kaars aan te steken, of een gebedsintentie toe te vertrouwen aan de priester, of gewoon ter plaatse hun eerbetoon te brengen. Er zijn ook jongeren, vooral fietsers, die de kapel binnengaan om even te rusten en te mediteren, en dan weer op de fiets stappen om hun weg te vervolgen. Schoolkinderen die door hun leerkrachten worden gebracht, op de fiets of te voet, kiezen vaak de voormiddag om een dozijn Weesgegroetjes te zeggen of deel te nemen aan een korte viering van het Woord. Het is niet ongewoon om echtparen en hun jonge kinderen te zien, of grootouders en hun kleinkinderen, die tonen hoe ze een kaars moeten aansteken en hen zelf de kaars op de juiste plaats laten zetten.

[…]

Lees meer in KERK & leven van 3 mei 2023


P. F. Mbiyangandu c.j.