Hoe vertederend is het telkens weer wanneer peuters, kleuters, baby’s samen met hun ouders, grootouders of dooppeters en –meters met Maria-Lichtmis, heel voorzichtig de ontstoken kaarsjes in een haast waggelende processie de kerk indragen. Dat mooie, bijna breekbare gebaar is een warm beeld van wie die kindjes zijn, lichtjes, en wat ze doen, het licht de wereld indragen. En daar staat het feest van Maria-Lichtmis voor: Maria draagt het licht van de wereld, Jezus, de wereld in. Vandaar de dubbele benaming: Maria-Lichtmis – De opdracht van de Heer.
Baby’s, peuters, kleuters en hun zorg, het is een niet te onderschatten taak. Toch wordt die opdracht licht(er) vanuit de liefde die ouders voor hun kinderen hebben. En vanuit hun kinderlijke verwondering over alles, lichten zij het grote-mensen-bestaan op. Zij zien wat volwassenen al lang niet meer zien, omdat het gewoon, te gewoon is geworden. Ze blijven, letterlijk en figuurlijk, stilstaan waar volwassen aan voorbij lopen. En dan stellen ze, als vanzelfsprekend met hun mooie, grote kinderogen, heerlijke vragen die volwassenen te denken geven. “Sinterklaas kan niet dood gaan, want hij is zo lief. Gaat Sinterklaas naar de tandarts? Waar is de wind als hij niet waait? Weten walvissen dat ze walvissen zijn? …” Kinderen verhelderen op hun manier het dagelijkse bestaan. Ze zetten er licht op. Wat van belang is, komt zo uit de schaduw. Ze vragen aan volwassenen, onbewust, om het menselijke vermogen zich over het leven in al zijn facetten te verwonderen, te blijven ontwikkelen. De kleine prins van Antoine de Saint-Exupéry wist dat ook. “Toutes les grandes personnes ont d’abord été des enfants, mais peu d’entre elles s’en souviennent.” En Jacques Brel zingt in Les vieux amants: “Il nous fallut bien du talent pour être vieux sans être adultes.” Kinderen, schrijvers, dichters, zangers, ze kennen deze wijsheid.
[…]
Lees meer in KERK & leven van 1 februari 2022